Rol van de begeleider
Maakonderwijs vraagt een andere rol van de begeleider. Als begeleider word je eigenlijk een soort ontwerper; een ontwerper van leerervaringen.
Open Ontwerpopdracht
Begeleiden van Maakonderwijs is vaak een kwestie van ‘over-prepare’ en ‘under-structure’. Het begint met het vormgeven van een goede, open ontwerpopdracht.
Een open ontwerpopdracht bestaat uit een ‘hoe kun je?’ vraag. Een vraag die helder en eenduidig is (op een post-it past), maar wel open is en de vrijheid voor de leerling laat om zijn of haar eigen invulling en uitwerking aan te geven.
En een opdracht die gekenmerkt wordt door beperkingen. Beperkingen in tijd, materiaal, vorm of techniek. Beperkingen leiden namelijk vaak tot de meest creatieve oplossingen.
Geef je bijvoorbeeld de opdracht ‘Bouw een brug’, dan krijg je 10 bruggen. Vraag je ‘Hoe kun je naar de overkant komen?’, dan krijg je een vlot, een kabelbaan, een trampoline en een zelf bestuurbare drone. Door die openheid in de opdracht, zorg je ervoor dat leerlingen niet iets na gaan maken, maar echt hun eigen ideeën en creativiteit in de oplossing kwijt kunnen.
Proces
En vervolgens ga je op avontuur met je leerlingen. Een avontuur waarvan je de uitkomst nog niet weet. Dat betekent dat je je vooral richt op het begeleiden en waarderen van het proces.
Kennisconstructie
‘Learning occurs when a new experience makes connections to existing knowledge. Learning cannot be delivered to the learner. The best way to ensure understanding inside your head is through active construction of sharable things outside your head.’ – Learning Manifesto
Het gaat bij Maakonderwijs minder om kennisoverdracht en meer om kennisconstructie. Om interdisciplinaire opdrachten, samenwerken met anderen en het gebruik van fysieke materialen en objecten. Tijdens het samenwerken of gebruik van materialen kunnen leerlingen weerstand ontmoeten. En weerstand kan leiden tot frustratie.
Frustratie
Ervaren Maakonderwijs begeleiders identificeren momenten van frustratie vaak als sleutelmomenten in het leerproces. De manier waarop leerlingen met frustratie leert omgaan en deze leert overkomen, vraagt onder meer zelfreflectie en doorzettingsvermogen. Het zijn daarmee tevens de momenten waarin de rol van de begeleider essentieel is. Het leren herkennen en effectief begeleiden van momenten van frustratie is een belangrijk onderdeel van het begeleiden van Maakonderwijs.
Fouten maken
Een van de moeilijkste dingen is fouten maken. En vanuit het perspectief van de begeleider: de ruimte laten om fouten te maken. En dat terwijl we weten dat je er zo veel van kunt leren.
Je leert er echter vooral van als je echt zelf je fouten kunt maken. Wij zeggen vaak tegen begeleiders: “Het toetsenbord is lava”. Daarmee bedoelen we dat de begeleider het toetsenbord, de tool of de machine niet aan mag raken, maar de leerling moet leren het zelf te doen.
En je leert het meeste van je fouten als je er samen op reflecteert; wat gebeurde er, hoe zou je het volgende keer anders kunnen doen, wat heb je ervan geleerd?
Waar de focus van meer traditioneel onderwijs over het algemeen wat meer links zit, verschuift de focus van Maakonderwijs naar rechts in bovenstaand overzicht.